Leiderschap is apekool
In een team waarin iedereen bekwaam en gemotiveerd is, heb je het als leidinggevende makkelijk. Je geeft richting en roept iets over de gewenste output. Zolang de koffiemachine blijft functioneren komen de prestaties vanzelf.
Maar je bent niet altijd in luilekkerland… Bekwaamheid en motivatie zijn veranderlijke eigenschappen. Wanneer rollen en taken veranderen, moet iemand zijn bekwaamheid opnieuw bewijzen. Is mijn talent nog toereikend? En wanneer de ambities van een organisatie veranderen heeft dat gevolgen voor de motivatie van individuele teamleden. Loop ik hier nog warm voor?
Dan red je het als manager niet langer met bovengenoemde laisser faire-stijl. Omdat de ‘skill’ en de ‘will’ gaan schuiven moet er ondersteund, gestuurd en gecoacht worden. En daar heb je meerdere stijlen voor nodig.
In het model van Hersey en Blanchard komt dat mooi tot uitdrukking. Door te coachen (S2) en te faciliteren (S3) kun je een team weer in de positie manoeuvreren dat het zelforganiserend is (S4). Dan kun je de taken van de manager distribueren over de teamleden.
Maar het model maakt ook nog iets anders duidelijk. Als directief leiderschap (S1) nodig is – dus wanneer bekwaamheid en motivatie in deplorabele staat verkeren – hebben coaching en support eigenlijk gefaald …
Denk daar maar eens aan als weer een goeroe roept dat je ‘minder manager’ moet worden en ‘meer leider’. Het is apekool! Een falende leider creëert volgers (S1). Een succesvolle leider creëert leiders die elkaar vooruit helpen, motiveren en inspireren (S4).
Geniet van je dag.
Ruud
Elke week mijn blog ontvangen? Onze MailChimp bezorgt ze graag!